info@judaica-zwolle.nl
Stichting Judaica Zwolle
Jodenvervolging in 12 portretten

Kitty pakte de draad weer op - Portret van een dertiger

 

Naam: Kitty Carolina Levie-Hompes
Roepnaam: Kitty
Geboren: Zwolle 6 juli 1907
Overleden: Haifa (Israël) 28 maart 2000

Burgerlijke staat: Gehuwd
Bedrijf: Groothandel in textielwaren
Laatste woonadres in Zwolle: Melkmarkt 18a

Kitty pakte de draad weer op



De groothandel in textielwaren van de Gebr. Hompes
aan de Melkmarkt 18a (foto ca. 1950)
.




Centrale weg van doorgangskamp Westerbork,
waar Kitty, Jo, Jules en Riek vanaf oktober 1944
tot de bevrijding verbleven (1943/1944)
.




Kitty, Jo en Riek vertrekken naar Israël (1953).

Kitty Hompes werd in 1907 te Zwolle geboren. Zij woonde met haar ouders en broer Isaac boven de textielhandel Gebr. Hompes aan de Melkmarkt 18a. Kitty’s moeder werd in 1919 opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. In 1927 trouwde Kitty met Jozef (Jo) Levie uit Nieuwe Pekela. Zij woonden in bij Kitty’s vader en kregen drie kinderen: Jules, Riek en Lien. Jo werkte in de zaak en werd in 1938 mede-eigenaar, samen met Kitty’s vader en haar broer. Vader David stierf in 1941 een natuurlijke dood in Zwolle.

In december 1941 kreeg het bedrijf een niet-Joodse bewindvoerder. Broer Isaac werd in oktober 1942 gedeporteerd. In februari 1943 doken Kitty en haar gezin onder. Er volgde een tocht langs vele onderduikadressen. In oktober 1944 werden zij opgepakt in Avereest. Alleen Lien zat op een ander adres. Het viertal werd naar het doorgangskamp Westerbork gebracht, waaruit toen geen transporten meer vertrokken. Zij bleven er tot de bevrijding in april 1945. In mei keerden allen in Zwolle terug. Kantoor en magazijnen waren leeg, maar persoonlijke spullen waren door de buren bewaard. Kitty en haar gezin probeerden de draad weer op te pakken.

In juni 1945 werd Jo beheerder van het bedrijf. Mede-vennoot Isaac Hompes, zijn vrouw Henriëtte en hun twee oudste zoontjes waren in Auschwitz en Sobibor omgebracht. Ook Kitty’s moeder was in Auschwitz vermoord. Maar schoonzus Henriëtte had in maart 1943 nog een zoon gekregen: Rob, die de oorlog overleefde. Jo Levie betwistte na de oorlog Robs afstamming en eigendomsrechten. In 1951 stelde de Amsterdamse rechtbank hem in het ongelijk.

Kitty’s zoon Jules emigreerde al in 1948 naar Israël. Lien ging in 1952. In juli 1953 volgden Kitty, Jo en Riek. De textielhandel werd beëindigd.

Veel Joodse overlevenden voelden zich na de oorlog niet meer thuis in ons land. De verliezen waren te groot. Een nieuw bestaan opbouwen in Israël was voor velen een uitkomst.

Voor extra informatie bij dit portret klik hier.

Copyright: Stichting Judaica Zwolle 2016